EEN VOETNOOT BIJ FASSEUR

EEN VOETNOOT BIJ FASSEUR

17 februari 2009

Naar aanleiding van zijn “Juliana & Bernard.

Het verhaal van een huwelijk De jaren 1936-1956”

De centrale vraag voor een onderzoeker naar het Greet Hofmans schandaal, waarover Cees Fasseur recent een schitterend boek heeft geschreven, ligt eigenlijk voor de hand.

Die is: Hoe kon het beoordelingsvermogen van een gezonde, verstandige, jonge vrouw van goede huize en met redelijk goede opleiding, zo laagdrempelig worden.

De gewone boerenslimheid om onzin  en zinledigheid van  een normale bespreking van religieuze zaken te onderscheiden was kennelijk bij Koningin Juliana structureel niet aanwezig. Nu is voor wat de zinledigheid van uitspraken het domein van de discussie over religie wel een slangenkuil, veel daarin geaccepteerde uitspraken zijn  logisch zinledig. Maar er blijft een mate van logica, grammaticale juistheid en inhoudelijke samenhang over die de grote meerderheid van deelnemers aan een gesprek over religie als minimum niveau aanvaard. Het bestaan van eenderglijk algemeen aanvaard minimum niveau maakt het Fasseur mogelijk om uitspraken van  de, laten we maar zeggen intellectuele spil van dit schandaal, de ongebonden christenzendeling J.W. Kaiser, als onbegrijpelijk en verward te kwalificeren.

Maar hoe kwam die drempel van logische eisen aan een bewering over geloof bij Juliana zo laag te liggen?

Fasseur stelt zich deze vraag niet, wat op zich al interessant is gezien de strekking van zijn onderzoek. Maar een aanzet tot een antwoord geeft hij wel, namelijk in de voetnoot nr. 37 op bladzijde 462.

Daarin verteld hij dat Koningin Wilhelmina al in 1949 begon om het  religieuze warhoofd Kaiser een jaarlijks stipendium van Fl 7500,- per jaar toe te kennen voor zijn bijbelstudie en zendingswerk. Fl 7500,- was nog al wat, in 1947 had het kabinet beslist dat voor de uitkering onder de noodwet Drees een alleenstaande oudere die fl 1250,-  per jaar aan eigen inkomen had niet meer in aanmerking kwam voor enige aanvulling.

Bij Kaiser  in het bijbelklasje kwam Greet Hofmans tot haar roeping. Met de ruime financiële bedeling van haar leermeester en later vertrouwensman Kaiser is het nog maar een open vraag in hoeverre de geldelijke belangeloosheid die volgens Fasseur Hofmans zo sierde, wel echt aanwezig was.  Een even logische verklaring zou zijn dat Kaiser een band tussen de koninklijke familie en zijn protegée stimuleerde en essentieel achtte, om de geldkraan open  te houden. Welke financiële zekerheid Hofmans kon ontlenen aan de inkomsten van Kaiser is de essentiële vraag om na te gaan of hier niet toch sprake was van de meer gebruikelijke vorm van op religie gebaseerde  oplichting.

Elke religieuze vorming is een proces waarbij aan de ontwikkeling van logica bij een kind een negatieve grens gesteld wordt. ‘Hierover niet verder nadenken’, ‘het is gewoon zo’ is de daarbij  kenmerkende instructie. Bij een wat orthodoxe religie gaat dat proces levenslang door, hetgeen goed wordt aangegeven door de ontkenning van alle logisch dwingende gegevens over de evolutie leer bij creationisten. Bij  het aanleren van een geloof aan Sinterklaas is het aanvaard dat logica het mag winnen van het geloof op een zekere leeftijd, bij orthodoxe religie bereik je die leeftijd nooit, hetgeen EO coryfee André Knefel nog onlangs mocht ervaren.

Met de handicap van een religieuze opvoeding kwam er voor Juliana nog bij dat haar moeder, zoals wel blijkt uit de financiële ondersteuning van de heer Kaiser, van religieuze onzin en zinledigheid niet wars was. Ook bij haar ontbrak het minimum aan vertrouwen in eigen logica om zin van onzin te kunnen onderscheiden wanneer in een religieuze discussie reeds een beroep gedaan was op het niet al te kritisch omgaan met waarheid en grammaticale logica in het licht van het geloof.

Natuurlijk heeft de geboorte van een gehandicapte dochter,  Marijke/Christina, Juliana gevoeliger gemaakt voor mooipraterij en oplichters. Maar Fasseur laat zien hoe dit vertrouwen  alle perken te buiten ging.

In het licht van het royale stipendium  voor Kaiser is zijn vertrouwen in het uitsluitend religieus geïnspireerde en geheel financieel belangeloze van de aanmelding van Mej. Hofmans aan de paleispoort overigens te betwijfelen.  Toen deze trieste omstandigheid rond de geboorte  bekend werd, zal Kaiser zich wel gerealiseerd hebben dat een band tussen zijn pupil die hij ooit een ring met genezende kracht schonk, en de jonge koningin zijn stipendium weer voor jaren veilig zou stellen, ook na de eventuele dood van de reeds gepensioneerde goede geefster. Inderdaad in 1953 deed Juliana nog een schepje bovenop het ruime jaarlijkse bedrag van Wilhelmina. Fasseur, die als schrijver van 3 succesvolle hagiografieën over Wilhelmina geen enkel belangstelling toont voor deze kant van het schandaal, geeft niet aan hoe hoog die aanvulling was.

De maatschappelijke aanvaardbaarheid van de hocus pocus van Kaiser en Hofmans werd in de ogen van Juliana en ter verdediging tegen de boze wereld van ongelovigen (in Hofmans)  versterkt door de opzet van de z.g. Oude Loo conferenties. Ook hier was Wilhelmina de bron van financiering en stond ze geheel achter de daar door Kaiser verkondigde onzin. Andere inleiders moesten er voor zorgen dat het gemiddelde niveau van logica en zinvolle uitspraken boven dat van Kaiser en Hofmans steeg.

Al met al was de situatie zo dat, zelfs al zou een meer bezonnen, qua logica steviger in de schoenen staande kennis of vriend van Juliana haar enigszins weten te overtuigen dat Kaiser en Hofmans met hun religieuze uitspraken het minimum van redelijkheid, geloofwaardigheid en logische samenhang niet haalden en dus als charlatans afgeserveerd dienden te worden, dan nog wist Juliana dat het stellen van een gebruikelijke minimum eis  aan logica en inhoud een breuk met haar Moeder zou betekenen. Dit terwijl de breuk met haar man al ernstig was en ook haar ouder dochters zich tegen haar en Hofmans gekeerd hadden. Als persoon om Juliana de ogen te openen had Bernard zijn geloofwaardigheid helaas al verspeeld met zijn aanvankelijke vertrouwen in Hofmans Goddelijke aanwijzingen hoe hij met slagroom en gehaktballen als paardenvoer zijn kansen op Olympische hippische deelname zou kunnen vergroten. Ook zijn huwelijksontrouw, waar Fasseur opmerkelijk weinig gewicht aan hecht om de zieleroerselen van Juliana te verklaren, zal hem niet echt gekwalificeerd hebben om Juliana weer op het goede, kritische pad te krijgen.

Ook had Juliana de tijd niet mee. Nog veel meer dan nu was geloof een rechtvaardiging om humanitaire waarden te omzeilen, zoals de apartheid in Zuid – Afrika  deed, en vooral om logica in een betoog maar tussen haken te zetten. Het onderkennen van religieuze oplichters, inhoudelijk of financieel, was in die tijd nog moeilijker dan nu. Ook al had je gelijk, de politieke correctheid van die tijd zou je nog gewaardeerde vrienden en kennissen kunnen doen verliezen.

Om kort te gaan, om te begrijpen hoe het zover kon komen als Fasseur beschrijft, is een goed begrip van de desastreuze invloed van Wilhelmina op de gang van zaken die tot de Paleiscrises leidde,  nodig.

Met het aanzoeken van de hagiograaf van Wilhelmina, (zie “krijgshaftig in vormloze jas”; “Wilhelmina. De jonge koningin” en “Wilhelmina. sterker door strijd”)

voor het Hofmans onderzoek kon Koningin Beatrix  er op vertrouwen dat dat deel van de oorzaken niet diepgaand zou worden onderzocht.

GENERAAL NORIEGA

GENERAAL NORIEGA

15 NOVEMBER 2007

Nu Ex-President Noriega van Panama binnenkort vrijkomt uit de gevangenis in de VS en en risico loopt naar Frankrijk te worden uitgeleverd voor zijn volgende gevangenisstraf is het goed in herinnering te roepen hoe deze ex-CIA medewerker en steunpilaar van de Amerikaanse politiek in midden Amerika in de problemen raakte.

Manuel A. Noriega is ongeveer 70 jaar oud, maar de geschiedenis van zijn pech met de VS begint al voordat hij iets met politiek te maken kan hebben gehad, namelijk in 1942.

Een jonge en succesvolle politicus in Panama, Arnuldo Arias Madrid, kiest voor de Nazi’s, waarschijnlijk vooral omdat dat duidelijk anti-VS is.

Tot frustratie van de VS is deze politicus echt populair,of voldoende gewiekst om de verkiezingen te kunnen winnen, wat voor de VS onaanvaardbaar is. De VS steunen na de Tweede Wereldoorlog elke politieke vijand van Arias en zijn partij om hem uit het presidentiële paleis te houden. Dit lukt tot 1968, wanneer Arias toch de verkiezingen wint. Nu moeten de VS drastischer optreden en zoeken steun in Panama voor een staatsgreep. De militair die de VS daarbij ter wille is, is kolonel Omar Torrijos. Torrijos blijft met Amerikaanse steun de sterke man van Panama, zonder de functie van President op zich te nemen. Noriega wordt wordt enige tijd na de staatsgreep, waaraan hij ook deelnam, zijn rechter hand. Als hoofd van de inlichtingendiensten van Torrijos werkt Noriega in dienst van de CIA en ziet hoe bij elke de VS onwelgevallige verkiezingsuitslag Torrijos aan de VS vraagt wat daar aan gedaan moet worden. En onwelgevallige verkiezingsuitslagen volgen elkaar regelmatig op, want Arnulfo Arias is met zijn anti VS politieke lijn steeds de potentiële of feitelijke winnaar.

Noriega volgt Torrijos in 1981 op en blijft nog 7 jaar aan de macht op de zelfde basis als Torrijos. Maar hij wordt wel steeds ongemakkelijker voor VS politici. Een ‘realpolitieke’ steunpilaar van het ethisch onsmakelijke gehalte van een Moboetoe van Zaire, Hassan V van Marokko of – wat de lotgevallen in VS handen betreft – een meer vergelijkbaar geval, Saddam Hussein van Irak.

Dat hij dat niet onderkent breekt hem op wanneer in 1988 de politieke rechterhand van Arnulfo Arias en zijn opvolger als politiek leider van hun partij na Arias dood op zeer hoge leeftijd en voor deze verkiezingen , Guillermo Endera, won de verKiezingen. Noriega ging op de automatische piloot nu gebeurde wat de VS 40 jaar had weten te verhinderen, namelijk dat de partij van Arnulfo Arias de president mocht leveren.

Daardoor zag twee zaken over het hoofd. Hij vergat de VS te consulteren wat te doen, en had niet in de gaten dat in het topniveau van de VS administratie niemand meer goed op de hoogte was van de haast 50 jaar lange voorgeschiedenis. Met het wegvallen van de naam Rudolfo Arias was ook in de VS politieke top de kennis van de politieke achtergrond weer teruggevallen op het gebruikelijke lage niveau. De achtergrond van Endera was niet bekeken in het licht van de VS strijd tegen Arias.

De politiek druk in de VS om van onsmakelijke politieke vrienden af te komen was nu sterk genoeg om de militaire coup tegen Endera van Noriega te gebruiken om van hem af te komen.

De rest is geschiedenis.

HONGARIJE, 1956

HONGARIJE, 1956

9 DECEMBER 2007

In 1956 fietste ik vele malen per week langs de kazernes van het garnizoen van Den Haag aan de Van Alkemadelaan. Om mijn paard, dat in Wassenaar op stal stond, voor dat ik naar school ging nog te verzorgen was ik vaak vroeg op pad.

Op 4 november 1956 reed ik rond 6 uur ’s ochtends weer langs deze kazernes die aan beide zijden van de weg lagen. Het viel me direct op dat er iets aan de hand moest zijn. De wachten waren minstens verdubbeld, hun bewapening was zwaarder en hun uniform gevechtstenue.

Maar veel indrukwekkender was de opstelling die achter hen te zien was, aan de linkerzijde. Het ruime plein tussen de kazernegebouwen was overdekt met een opstelling van legervrachtwagens, keurig in het gelid. Zodra ik stopte om deze onverwachte demonstratie van militair vertoon eens rustig te bekijken werd mij door een wacht gevraagd om door te rijden.

Later op de ochtend hoorde ik dat de Sovjet Unie de afgelopen nacht Hongarije was binnengevallen.

De glimp die ik gezien had van ons leger op oorlogsparaatheid leek niet te kloppen met de nieuwsberichten waarin stelselmatig ontkend werd dat de Navo en/of Nederland iets dachten te kunnen doen tegen de laffe overval van de Sovjets op Hongarije.

In 1961 ging ik met een studiebeurs naar Amerika. Op Union College was op een gegeven moment een gastcollege van als ik me goed herinner de heer Sassen. Hij was bekend omdat hij voor de socialistische partij van Amerika kansloos presidentskandidaat was geweest. Hij vertelde dat hij in 1956 medewerker in het Witte Huis onder President Eisenhower was. De staf van de president was tot op het bot verdeeld over de vraag wat te doen nu de Sovjet Unie een land had aangevallen waarvan het de regering kort tevoren erkend had. De president kreeg twee uitgewerkte draaiboeken – oorlog of berusting – ter eventuele goedkeuring voorgelegd en hij besloot om geen militair antwoord te geven op de Sovjet actie.

Een jaar later zat ik in dienst. Als onderdeel van mijn opleiding gingen we naar de Harskamp waar Nederlandse militairen hun vuurdoop ondergaan onder gecontroleerde opstandigheden. (Er wordt met scherp over je hoofd geschoten) Ik had wacht en ‘’s nachts kwam onze schoolcommandant Kolonel van Dijk een praatje maken. Ik vertelde wat ik inmiddels wist van de Amerikaanse beslissingsprocedure rond Hongarije 1956. Dat was een schot in de roos. Van Dijk wilde wel iets kwijt. In dat jaar was hij commandant van de Harskamp. In de nacht van 3 op 4 november had hij het Navo oorlogsalarm gekregen. Om 3 uur ‘s ochtends kreeg hij inspectie en hoorde toen van de inspecteur dat zijn – niet parate eenheid – de eerste was die het oorlogsalarm juist had opgevolgd. (Een van de verschillen tussen het hoogste urgente oefenalarm en het oorlogsalarm is het gebruik van het transport materiaal. Bij elk oefenalarm blijft de beladingsgrens van de fabriek gelden. Een 3 tonner wordt niet met 4 ton goederen geladen. Bij een oorlogsalarm geld geen enkele grens voor de belading. Ervaring heeft geleerd dat overbeladen voertuigen uiteindelijk, ondanks het grotere risico van panne, meer goederen aanvoeren dan begrenst beladen voertuigen.) Kolonel van Dijk had de voertuigen van zijn opleidingseenheid tot de rand toe opgeladen. (Interessant is dat in de Nederlandse planning ook opleidingseenheden naar het mogelijke front gestuurd werden.) De inspecteur beklaagde zich dat de Nederlandse troepencommandant, met uitzondering van Van Dijk, zo’n bureaucraat geworden was, dat hij bij dit eerste oorlogsalarm van de Navo het niet aangedurfd had zijn materiaal aan enig risico bloot te stellen.

Van Dijk vertelde me verder dat het oorlogsdraaiboek dat Eisenhower niet had aanvaard er in voorzag dat de VS troepen uit Zuid Duitsland naar het strijdtoneel in Hongarije zouden vertrekken en dat de Nederlandse militairen (en andere troepen) het daar vallende gat zouden opvullen.

Het zou tot de Cuba crisis in 1962 duren voordat de Navo weer zo dicht bij oorlog zou zijn.

KLASSIEKE AUTO’S

KLASSIEKE AUTO’S

26 SEPTEMBER 2007

Er is een groep autoliefhebbers die hun blad over de nog niet klassieke Volvo 480 ” Born Classic” noemen. De strekking is duidelijk. Met de nog wel iets oudere Volvo 300 serie, waarvan de eerste 3 bouwjaren zich nu legitiem klassieker mogen noemen, is voor mij hetzelfde aan de hand als voor de gelukkige bezitters van de 480 serie. leeftijd maakt niet alles uit bij de hobby van oude auto’s.

Belangrijk is of er een aardige en actieve vereniging is van liefhebbers van het model waarop je je autoliefde wil botvieren. Voor de Volvo 300 bestaat die vereniging, de Volvo300Club. (www. volvo300club.nl)

De tweede voorwaarde om als niet technische enthousiast met oude auto’s op pad te gaan is een volledig betrouwbare garage die er plezier in heeft om dit model op de weg te houden. bij echte klassieke auto’s is dat een te traceren netwerk, bij de Volvo 300 speelt zijn oorsprong als laatste volledig onder Nederlandse verantwoordelijkheid door DAF ontwikkelde wagen een rol. Er is een redelijk grote keuze aan echt aan de Nederlands DAF traditie en dus ook aan dit model verknochte garages in Nederland te vinden. DAt zijn overwegend garages die als DAF personenauto garage zijn begonnen of na 1962 jarenlang hebben gewerkt.

Mijn garage komt niet uit die traditie, het is de oudste Volvo garage (1928) van Nederland, Hardeman in Den Haag.

Niet met het echte DAF-enthousiasme dus, maar zo volstrekt betrouwbaar en degelijk.

Mijn Volvo 300 hobby begon volkomen utilitair. Ik werkte in het buitenland, voor mijn verlof perioden en voor de kinderen was een oudere Volkswagen Golf in Den Haag beschikbaar. Toen deze onherstelbaar was beschadigd besprak ik vervanging met Hardeman, die toevallig op het punt stond een Volvo 340 met handversnelling uit 1987 te slopen voor onderdelen. Voor Euro 225,- (nl Fl 500,-) had ik weer vervoer.

Wat direct opviel was hoeveel beter deze wagen op de weg lag dan de Volkswagen Golf II. De geschiedenis herhaalde zich toen mijn Mercedes E 220 werd gestolen in Den Haag

MACHU PICHU

MACHU PICHU

Iedereen die wel eens in Machu Pichu geweest is, kent de mysterieuze platte steen die staat op het uiteinde van het plateau waar de tempels op staan op de plvan waaruit je hoog boven op een helling de tempel van de maan kunt zien liggen en het steile pad daar nar toe.

De rechtopstaande platte steen is bijzonder omdat de rechterzijde heel nauwkeurig weergeeft hoe de bergtoppen die voor iemand liggen die in de richting van de tempel van de maan niet ophoog kijkt maar recht voor zich uit. Toen ik er was legde de gids uit dat niet bekend was wat die steen in het ~Inca ritueel heeft betekend. Ook was niet bekend waarom over de aanzichtzijde van de steen horizontale ingehakte strepen liepen.

Naslag in het toentertijd (1980) meest gespecialiseerde werk over Machu Pichu van een lokale historicus uit Cusco gaf dezelfde verklaring dat de steen voor archeologen een mysterie was.

Toch meen ik de betekenis van de steen te kunnen aangeven. Het is m.i. een didactisch hulpmiddel bij de vaststelling van de data van het jaar. Waarschijnlijk waren het priesters die de juiste data in het zonnejaar moesten vaststellen. Deze kennis moest telkens aan een nieuwe generatie priesters worden doorgegeven.

De plek waar de zon over de bergkam kwam was bepalend voor deze data.

Als een priester-docent aan leerlingen wil leren welke plaatsen in de bergkam bepalend waren voor specifieke data, dan was wijzen naar die plek veel minder effectief dan het aangeven van die plek op de steen die de hele bergkam weergaf. Elke horizontale lijn wees op de plek voor een relevante datum. Het onthouden van die data was dan het onthouden van heet aantal streepjes erboven of eronder. Dei paste weer rechtreeks in het Inca systeem van vastleggen en onthouden, dat ging namelijk met knopen aan een touwtje dat naaste vele ander touwtjes aan eenstok hing.

MANDELA VOOR ISRAËL

MANDELA VOOR ISRAËL

3 SEPTEMBER 2007

Mandela voor Israël is gaat er van uit dat het zionistische ideaal van een eigen Joodse staat werd ontwikkeld in een tijd dat kolonialisme geen vies woord was. De grote kansvoor dit idee kwam eerst bij het vredesoverleg na de eerste wereldoorlog in de eindfase van het Europese kolonialisme, en de realisatie kwam na de tweede wereldoorlog in de nadagen van het kolonialisme, maar voordat de onafhankelijkheidsstrijd echt was losgebarsten in het overgrote deel van de Europese kolonies. He leed dat de Joden in de Tweede Wereldoorlog was aangedaan verblinde de politici voor het vreemde feit dat niet de Duitsers en de Oostenrijkers voor dit leed een territoriale concessie werd afgedwongen, maar de aan dat leed geheel onschuldige Palestijnen.

MENSENRECHTEN IN COLOMBIA

MENSENRECHTEN IN COLOMBIA

5 november 2017

Eind 70er jaren van de vorige eeuw werkte ik als Tweede Man op de Nederlandse Ambassade in Colombia.

Ik onderhield de relaties met de secretaris van het mensenrechten-comité van dat land en was vol bewondering voor de inzet van de leden van dat comité gezien de precaire mensenrechtensituatie en de gewelddadige wijze waarop onwelgevallige  meningen in het land tot zwijgen werden gebracht. De secretaris was lid van de Senaat.

Toen in de krant bericht verscheen dat 79 indianen door de politie  in hun eigen reservaat waren gedood op verzoek van illegale blanke kolonisten in hun reservaat ging ik met de Senator hierover praten.

Onze relatie was al langere tijd hartelijke, mede vanwege het positieve beleid dat Nederland op het terrein van mensenrechten in Latijns-Amerika voerde. Maar zijn reactie gaf een onverwachts inzicht in de definitie van mensenrechten in Colombia. 

Hij kende de zaak, hij was het met mij eens dat het schandelijk was dat, nadat de indianen hun rechten in dat gebied slechte met dreiging van geweld – maar zonder enig werkelijk geweld – hadden kunnen bevestigen tegen de illegaal binnendringende kolonisten, de door de kolonisten opgetrommelde politie een groot deel van de betrokken indianen had vermoord.

Maar zei hij, Hans, waarom kom je met deze zaak bij mij? Wellicht is het iets voor de Commissie Ecologie van de Kamer van Afgevaardigden of van de Senaat, maar ons mensenrechten-comité kan hier niets mee, Je weet toch dat het indianen zijn die werden gedood.  

“MISLUKT GALILEO ZONDER EXTRA GELD?”

“MISLUKT GALILEO ZONDER EXTRA GELD?”

DONDERDAG 10 MEI 2007

“Galileo mislukt zonder extra geld EU” was de kop boven een artikel in de NRC-Handelsblad van maandag 7 mei jl. Hierin wordt Galileo een potentiële schakel in Europese (lees EU) militaire ambities genoemd. Het is de correspondent uit Brussel die dit artikel schreef kennelijk ontgaan dat de oorspronkelijke militaire ambities die inherent waren aan Galileo en die de grote uitgave van 4 miljard EUR mede rechtvaardigden reeds onder VS druk zijn verlaten. Voor de keuze gesteld te investeren in een soevereine ontwikkeling van de EU defensie of zich neer te leggen bij de status van satelliet staten van de VS is na moeizaam onderhandelen akkoord gegaan met dat laatste.

Hoe zat dit. In zijn technisch ontwerp is Galileo een evenwaardige en zelfs verbeterde versie van het GPS systeem. Dat betekende dat de mogelijkheid die het GPS systeem heeft om Galileo plat te leggen wederkering was. De VS protesteerde tegen deze gelijkwaardigheid en wist te bereiken dat Galileo zo werd gecastreerd dat GPS wel Galileo kan uitschakelen maar Galileo niet GPS kan uitschakelen. De militaire consequenties zijn duidelijk. Om gevechtshandelingen te kunnen uitvoeren die de VS onwelgevallig zijn is Galileo als alternatief voor GPS waardeloos. Om dit weer op te vangen zou tegen extra kosten het modernste EU materieel uitgevoerd kunnen worden met zowel Galileo als GPS. GPS om te zorgen dat als de VS Galileo platlegt, de EU militairen nog kunnen werken met het GPS systeem. (als de VS dat ook platlegt dan zijn hun militairen evenzeer gehandicapt als de EU strijdkrachten) De vraag is of op die basis Galileo nog wel militair relevant is. Over de civiele schade in luchtvaart, scheepvaart en wegtransport in het geval Galileo wordt platgelegd voor diegenen die alleen Galileo aan boord hebben heb ik het dan nog niet eens. Landen die moeten vechten terwijl hun civiele transport in het honderd loopt zijn niet te benijden. In dit licht zou in het kader van een EU defensie beleid aan alle civiele spelers ontraden of zelfs verboden moeten worden om een uitsluitend op Galileo gebaseerd systeem aan te schaffen.

Voor de export van militaire goederen (maar ook civiele goederen op grond van bovenstaande argument) geld het argument van betere kwaliteit ten opzichte van VS producten veel minder als het systeem kan worden platgelegd. (bij de oorspronkelijke wederzijdse mogelijkheid tot platleggen was dat risico minder groot vanwege het gevaar van represaille) Het kunnen beschikken over communicatie die onafhankelijk is van de VS zal voor vele soevereine landen een positief aankoop argument kunnen zijn. Maar als dat systeem door de VS kan worden uitgeschakeld dan zal men behoefte hebben aan een dubbel systeem. Daardoor wordt de controle die de VS heeft over export door derden (bv de EU landen) van GPS systemen door Galileo in zijn huidige gecastreerde vorm niet ongedaan gemaakt en zijn de kwaliteitsverbetering en de onafhankelijkheid van de VS politiek als verkoop argumenten waardeloos geworden.

Dat landen die bereid zijn hun defensie al ondergeschikt te maken aan de VS, zoals Nederland met kruisraketten (tot de recente beleidswijziging van minister Middelkoop) die alleen met VS toestemming kunnen worden afgevuurd of het VK met een atoommacht waarvan het slechts één sleutel heeft en een VS officier de andere is een dergelijke serviele en niet-soevereine opstelling te verwachten. maar Frankrijk met een nucleaire strategie “naar alle richtingen” zal materieel met alleen Galileo-systemen militair niet kunnen gebruiken. En daarmee is Galileo dus geen schakel meer in “Europese militaire ambities”.

Overigens is de situatie wel bizar; de VS dreigt sinds enige jaren formeel Nederland aan te vallen, op grond van wat informeel heet de “ bestorming van Den Haag wet” waarmee het VS congres hun President machtigde om zonder verdere politieke toestemming Nederland aan te vallen zodra een Amerikaans burger wordt aangehouden op grond van vervolging door het Internationale strafhof. Volgens het Internationale Strafhof-verdrag zal de aangeklaagde namelijk in Nederland dienen te worden vastgezet en berecht.

En Nederland, dat zijn satellietstatus al bevestigde door de VS inval in Irak te steunen zonder te eisen dat deze ridicule en onwaardige oorlogsdreiging tussen Navo”partners” eerst van tafel zou zijn gehaald, wordt nu gevraagd akkoord te gaan met nog meer geld voor een systeem dat opzettelijk er niet aan bijdraagt om de EU landen tegenover een eventuele VS dreiging te verdedigen.

De VS dreiging is niet geheel zonder betekenis. Een Israëli met als tweede nationaliteit die van de VS zou door de internationale gemeenschap best eens kunnen worden aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden in bezet gebied. Dat is een beslissing waarin Nederland geen doorslaggevende stem heeft . Maar bij zijn/haar aankomst in Den Haag, conform het Internationale Strafhof-verdrag, zijn voor de VS de rapen gaar!

Sjans

Sjans

MAANDAG 4 JUNI 2007

Het likken aan vrouwenbenen hadden we onze teckel Thomas niet kunnen afleren. 

Met de hond ging ik een ijzerwarenzaak in en stond bij het afrekenen achter een dame waarvan alleen de elegante jas opviel. Ik keek nog wat rond en lette niet goed op mijn hond. De vrouw boog zich naar de grond om mijn hond aan te halen. Vreemde handen aan mijn hond vind ik vervelend en ongepast. Om mijn irritatie te verbloemen maar wel iets te zeggen, zei ik: “ Thomas je hebt meer sjans dan ik”. Waarop mevrouw opkeek en stralend vriendelijk zei: Maar U heeft mijn enkels ook niet gelikt”.

Soest

SOEST

WOENSDAG 1 MAART 2006

De ontwikkeling van de fruittuin in Soest is langzaam gegaan.

Sinds 1999 heb ik verder afgezien van het mechanisch maaien om de grond niet door een tractor te laten inklinken. Daardoor kost het basis onderhoud van het gedeelte dat ik niet als tuin gebruik veel tijd. Wel is het mij opgevallen dat de acceptatie door de mensen uit de buurt met sprongen vooruit ging nadat ik de eerste 4000 m2 met een zeis had gemaaid.

Informatie krijg ik uit het blad van de vereniging Velt (Velt vzw Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze, Uitbreidingsstaat 392 c; B-2600 Berchem; Tel 03-281 74 75) en hun uitgebreide moestuin handboek voor de ecologische teelt. (handboek Ecologisch tuinieren.

ISBN 90-800626-4-2)

De historische tuin in Aalsmeer was een goede bron voor mijn eerste planten. Deze tuin richt zich op het in stand houden van cultures die ooit een rol speelde in de tuinbouw economie van Aalsmeer. Hoe de zwarte Moerbeiboom die ik daar aankocht in dat concept past weet ik niet. Die boom staat nu 9 jaar te overleven, maar een plek op een open veld blijkt niet geschikt.

De oude aardbei rassen die ik er kocht, 3 soorten uit de 19de eeuw, en de aardbeiframboos uit het midden van de 20ste eeuw hebben me jaren werk en weinig opbrengst bezorgd. De zeer beperkte oogst van de Aardbeiframboos gaf inderdaad heerlijke vruchten, maar de illusie dat ik een commercieel uitgestorven ras in stand hield werd in 2006 verstoord. Er is nog één commerciële teler van dit ras actief. De andere 3 rassen hebben wel goed gebloeid, maar nooit één vrucht gedragen.

10 Jaar geleden waren er nog in Nederland bedrijven die ook voor particulieren plantgoed virusvrij maakten. Dat is voor gedegenereerde aardbeirassen een essentiële eerste stap om de productie te herstellen. Maar die bedrijven zijn niet meer toegankelijk voor particuliere opdrachten.

Verder kocht ik in de Historische tuin enige klimrozen, American Climber uit 1904, die het heel goed doen. Elke roos is goed voor 5 a 6 meter bloemenzee.

Ik heb ongeveer 45 zaailingen van appelen, peren en kweeperen.

De bedoeling was dat deze pas na de eerste bloei en wellicht vruchten op grond van hun kwaliteit zouden worden geselecteerd op uitplanting of niet. Dat bleek niet haalbaar. Op mijn grond duurt het heel lang voordat het zover is. Twee jaar geleden ben ik begonnen de grootste uit te planten. Nu heb ik prachtig bloeiende wilde appels met vruchten zo groot als kleine kersen, maar ook een boom die overdadig kleine appeltjes droeg, die uit de hand gegeten iets bitter waren maar heerlijke wilde appelgelei leverden.

Uit het Haagse Bos heb ik tamme kastanjes geraapt en uitgezaaid op mijn landje en die droegen na de warme zomer van vorig jaar voor het eerst. De kastanjes zijn klein.

Aldi is de leverancier van een 12 tal vruchtbomen geweest, morellen, meikersen, appelen, peren, pruimen, hazelaars en perziken. De appelen droegen vorig jaar voor het eerst, en ook enig hazelnoten kon ik oogsten.

Van een Haagse buurvrouw kreeg ik zomerframbozen en van een buurvrouw in Soest Herfstframbozen. Vooral die laatsten dragen al enige jaren heel behoorlijk.

Tot nu toe kon ik het meeste jam maken van bramen en aardbeien. Doorbloeiende aardbeien zijn me goed bevallen. Ze geven spontaan geen uitlopers en het advies is om de bloemen systematisch weg te nemen op de plant zo te dwingen op uitlopers te maken. Ik doe het anders; als je na enige jaren deze planten gaat scheuren dan is de opbrengst aan nieuw plantmateriaal fenomenaal. Eigenlijk een veel handiger methode van verjonging dan het gebruik van uitlopers die de eenmaalbloeiende aardbei maakt. Ook het laten staan van de aardbeien voor 5 jaar is me goed bevallen, alleen overwoekeren de eenmaalbloeiende aardbeien de doorbloeiende. Als je eenmaal zoals ik ze enigszins door elkaar hebt gezet, dan kan je bij het wieden deze twee soorten niet uit elkaar houden en moet je je bij dit overwoekeren neerleggen.

Bramen heb ik in drie soorten, de wilde bramen die ik in 1988 al op het terrein in een strook van 5 tot 7 meter langs één lange zijde aantrof (d.w.z. ongeveer 6 x 200 meter in schaduw onder de Zwarte Els singel), de getemde bramen, dat zijn wilde bramen uitlopers die ik op rij en tegen draad in de lichte halfschaduw (ongeveer 12 meter uit de boomsingel) heb aangelegd, en tamme bramen zonder dorens.

De tamme bramen vallen me tegen zowel wat smaak betreft als vruchtzetting. Maar tegenover de mindere smaak en het wat lastiger plukken staat een goede opbrengst. De getemde bramen zijn het meest succesvol. Eenmaal opgebonden is de overlast van de dorens te verwaarlozen.

Dit jaar heb ik voor het eerst een 20 cm dikke mulch laag van hooi rondom de bramen en de frambozenstruiken aangebracht om te zien of dat het werk om de grond rondom de planten onkruid vrij te houden zou kunnen vervangen. Ook zou dit de grond vochtiger moeten houden en beide soorten houden van vocht. De dikte van de laag is ongebruikelijk voor het mulchen in de moestuin, maar nodig voor een afdoende onkruidbestrijding (met name gras).

De hoeveelheid hooi die voor een dergelijke mulch laag nodig is is onvoorstelbaar. Ik had hooi liggen van ongeveer 2500 m2 meter lang, overjarig, gras maar dat was zo op. Dus als het mulchen op deze wijze een succes blijkt, dan heb ik mijn 6000 m2 grasland hard nodig voor hooiproductie!

De enige teelt die me tot nu toe is meegevallen zijn de asperges. Ik heb zelf gezaaid, kon pas na 4 jaar voor het eerst iets oogsten, maar de teelt staat er nu in het 6de jaar mooi bij. Eigenlijk niet zo vreemd, want sinds enige jaren is in de buurt, bij Eemshaven een commerciële asperge teler begonnen. De grond bij ons is kennelijk voor deze teelt niet slecht.

Wat ook goed ging is het stekken van rode bessen struiken. Mijn eigen kweek van 14 plantjes heb ik net uitgezet in de fruitkooi.

Zwarte bessen stekken is ook geen probleem, maar die moet ik nog op hun definitieve plaats zetten.